Aandacht voor regelgeving rondom in- en uitzetten van railweg-voertuigen

Aandacht voor regelgeving rondom in- en uitzetten van railweg-voertuigen

20 apr. 2023
Volgend bericht>>

Veel vaker dan dat er ongevallen plaatsvinden gaat het bij het werken op en rondom het spoor bijna mis. Het betreden en verlaten van het spoor is een voorbeeld van een potentieel gevaarlijke situatie. In afwachting van de uitkomsten van de lopende onderzoeken rondom het ongeval in Voorschoten willen wij uitdrukkelijk wegblijven van speculaties, maar vooral niet stilzitten. Wij vragen de branche daarom extra alert te zijn op de specifieke gevaren rondom het in- en uitzetten van rail-wegvoertuigen. Dit doe je door het treffen van de juiste maatregelen op onderstaande gebieden.

 

  • Opstellen van het Veiligheid & Gezondheid plan
  • Voorbereiden en vastleggen van het in- en uitzetten
  • Schriftelijke en mondelinge instructies
  • Begeleiding bij in- en uitzetten

 

  1. Onderstaand een overzicht van de eisen uit de bestaande regelgeving rondom bovenstaande maatregelen, graag extra aandacht hiervoor.
  2. Let hierbij op de aanscherping rondom de begeleiding bij in- en uitzetten. Dit is een Tijdelijke extra maatregel welke wordt geëvalueerd door railAlert na het beschikbaar komen van de onderzoeksresultaten gekoppeld aan dit incident of over een jaar na heden, afhankelijk van wat het eerst beschikbaar is.

 

Veiligheid & Gezondheid plan (V&G plan)
Beschrijf, na een analyse van de locatie, de (locatie-)specifieke gevaren van het in- en uitzetten voor mens, machine en materiaal voor iedere in- en uitzetplek. Doe dit binnen het V&G plan in zowel het ontwerp van de opdrachtgever (V&G-O) als uitvoering van de opdrachtnemer (V&G-U). Maak altijd een Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) als onderdeel van een V&G plan voor het in- en uitzetten van rail-wegvoertuigen en bijbehorende hulpstukken en materialen op railinzetplaats of overweg. Controleer en pas, waar nodig, ook bestaande plannen aan, voor zowel onderhoud als projecten.

Voorbereiding voor het in- en uitzetten
Overeenkomstig huidige regelgeving moet, wanneer een rail-wegvoertuig in of uit een spoor wordt gezet, dat spoor of die sporen buitendienst zijn. Bij het oversteken van het rail-wegvoertuig zijn alle over te steken sporen buiten dienst (BD). Als het rail-wegvoertuig, of de hulpstukken en/of de last aan de kraan daarbij dichter dan 1,5m bij een spoorstaaf van het nevenspoor kan komen, dan moet ook het nevenspoor buitendienst zijn. Neem in de analyse mee of er zich personen rondom het materieel kunnen bevinden.

Aanscherping ten aanzien van de huidige regelgeving: rail-wegvoertuigen moeten tijdens het in- en uitzetten op een railinzetplaats of overweg ter plaatse worden begeleid door de aangestelde veiligheidsfunctionaris (bbd, llv of lwb)

 

Schriftelijke instructies
Zorg ervoor dat alle genomen maatregelen voor een rail-wegvoertuig eenduidig worden opgenomen in de schriftelijke instructies:

 

  • De werkplekbeveiligingsinstructie (wbi): in de wbi is de werkplek aangegeven voor de in- en uitzetperiode. Het moment wordt bepaald in overleg met de treindienstleider.
  • De voertuiginstructie (vti = Voorblad en beeldinstructie)
  • Werkplekonttrekkingstekening (wot)

 

Alle schriftelijke instructies worden overgedragen aan de leider werkplekbeveiliging (lwb). Deze instrueert de aangestelde veiligheidsfunctionarissen (leider lokale veiligheid (llv) en/of begeleider buitendienst-gesteld spoor (bbd)). De lwb of de llv of de bbd'er instrueert vervolgens de gereedschapmachinist en neemt ook de voertuiginstructie mee in deze instructie.

Begeleiding bij het in- en uitzetten
De leider werkplekbeveiliging geeft (na overleg met de treindienstleider) direct (of via de leider lokale veiligheid of de begeleider buitendienst-gesteld spoor) toestemming aan de gereedschapsmachinist van een railwegvoertuig, om het voertuig in- of uit te zetten

De begeleider buiten dienst gesteld spoor is, zoals opgenomen in de huidige regelgeving, als enige functionaris persoonlijk gecertificeerd voor de begeleiding van het railwegvoertuig over het buiten dienst zijnde spoor. Uiteraard moet de gereedschapsmachinist deze instructies opvolgen.

Aanscherping ten aanzien van de huidige regelgeving: rail-wegvoertuigen moeten tijdens het in- en uitzetten op een railinzetplaats of overweg ter plaatse worden begeleid door de aangestelde veiligheidsfunctionaris (bbd, llv of lwb)

 

Zowel vertegenwoordigers van werkgevers als medewerkers uit de railinfra branche hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit Safety Alert. Het wegnemen van potentiële kwetsbaarheden in de huidige regelgeving, de uitvoerbaarheid van regels en het voorkomen van extra risico's door aanpassingen zijn belangrijke overwegingen geweest bij het opstellen van de inhoud hiervan.

Stichting railAlert is hét kennisplatform met betrekking tot arbeidsveiligheid op en rondom het spoor. Ons hoofddoel is bij te dragen aan een veilige en gezonde werkomgeving voor iedereen die aan het Nederlandse spoor werkt. Het behalen van de juiste certificering en naleven van de door ons opgestelde regelgeving draagt eraan bij dat er door heel Nederland veilig aan het spoor gewerkt kan worden. Bij vragen kunt u contact opnemen via info@railalert.nl

 

 

Klik hier om deze Safety Alert als PDF op te slaan.

Antwoorden op de vragen nav deze Safety Alert