Soms worden fancynamen gebruikt voor de aanduiding van een project. Dit leidt tot onduidelijkheid. railAlert vraagt daarom aandacht voor een correcte vermelding. Dat kan door een WBI-nummer, een plaatsnaam, geo-locatie en/of projectnaam of -nummer. Indien van toepassing voorafgegaan door de afkorting van de metro-beheerder: GVB, HTM of RET.
Met de uitbreiding van de DVP-plicht op en langs de metrosporen in de regio’s Den Haag en Rotterdam (Amsterdam voerde dit al eerder in) kan er verwarring ontstaan over de precieze plaats waar gewerkt wordt. Metro- en ProRail-spoor liggen soms naast elkaar. Daarom dient voor een metro-projectaanduiding altijd de afkorting van de beheerder te worden toegevoegd: GVB, HTM of RET. Bij ProRail-projecten hoeft dit niet.
Een project- of plaatsnaam is soms niet voldoende als er aan de metrosporen (uiterst links) moet worden gewerkt. Dan moet ook de naam of afkorting van de beheerder hier worden weergegeven, zoals hier het voorvoegsel “HTM” vóór bijvoorbeeld de plaatsnaam: “HTM Station Den Haag Laan van Nieuw Oost-Indië” of “HTM Station Den Haag Laan van NOI”. Bij het werken aan de ProRail-infra (met de NS-trein, rechts) hoeft er geen voorvoegsel gebruikt te worden. Foto: Roelof Hamoen.