Bestuursvoorzitter Co van der Aa van railAlert blikt terug en kijkt vooruit

 

Aantal dodelijke ongelukken bij werk aan het spoor het laagste sinds jaren

 

Waar sommigen vinden dat de veiligheidsregels bij het werken aan of rond het spoor zijn doorgeschoten, ziet oud-bestuursvoorzitter Co van der Aa een heldere oplossing. “Je moet openstaan voor die kritiek en ook de moed hebben regels te veranderen als die inderdaad hun doel voorbij zijn geschoten. En je moet je realiseren hoe die regels tot stand zijn gekomen, want daar ligt meestal de oorzaak. Het is vaak een reactie op een ongeval of een incident. Aan de andere kant: het aantal ongevallen bij werk aan het spoor is het laagste sinds jaren.”

 

door Oege Kleijne

 

Co van der Aa (72) heeft na zeven jaar zijn functie van onafhankelijk voorzitter neergelegd. Niet uit onvrede – integendeel – maar omdat zijn termijnen erop zaten. In die tijd heeft hij de ongevalstatistieken het bewijs zien leveren: steeds minder dodelijk ongevallen en ook het aantal gewonden is teruggelopen. In zijn ogen best iets waar de sector in positieve zin bij stil mag staan. Hij kijkt ook tevreden terug op zijn voorzitterschap. Maar dat betekent weer niet dat betrokkenen op hun lauweren moeten rusten. Wie Co goed beluistert, hoort dat steeds gestreefd moet blijven worden naar nog minder incidenten. Het beleidsplan van de Stichting railAlert is volgens hem daarin heel helder: geen incidenten, geen (bijna) ongelukken en weer gezond van het werk naar huis. “Er is dus nog genoeg werk aan de winkel.”

 Co van der Aa

Co van der Aa in zijn woning in Den Haag, niet ver van het strand waar hij graag vertoeft.

Foto: Oege Kleijne.

 

Boven de partijen staan

 

De Stichting railAlert, waarin betrokkenen rond bouw en beheer van de spoorse infrastructuur samenwerken aan veilige werkomstandigheden, heeft een onafhankelijk voorzitter nodig die, als dat moet, boven de partijen kan staan. De reden daarvan? “Er zijn tegenstrijdige belangen. De railinfrabeheerders (deelnemers in railAlert – red.) willen dat werkzaamheden aan het spoor zo voordelig mogelijk worden uitgevoerd. Aan de andere kant zien we degenen die dit werk moeten doen. Die willen winst maken. Dat is nog maar één tegenstelling. Een andere: treinen moeten rijden, maar de aannemers hebben de tijd nodig om bijvoorbeeld onderhoud te plegen of ander werk aan of op het spoor te verrichten”, legt de oud-voorzitter uit.

 

Vreemde eend in de bijt

 

Co van der Aa kwam op zijn 65ste jaar bij railAlert. Hij kende de spoorwereld niet. Als oud-marineman leek hij ook een vreemde eend in de bijt. Toch wende hij snel. “Ik zag veel overeenkomsten, ontdekte dat het een heel mooie wereld was met mensen die beroepstrots bezaten. Dat herkende ik van de marine. Die beroepstrots zag en zie je bij de spoorwegen, maar ook bij de bouwbedrijven. Vakmensen in hun eigen wereld, vaak met de overeenkomst dat ze hun leven in dienst stelden van het bedrijf waar ze gingen werken. Dat was bij bijvoorbeeld de spoorwegen niet anders dan bij de marine.”

 

Hoogste operationele functie

 

De oud-voorzitter van railAlert heeft een ronduit succesvolle loopbaan bij de marine achter de rug. Hij bracht het als Commandant der Zeemacht in Nederland tot de hoogste operationele functie binnen de marine: vice-admiraal, verantwoordelijke voor alle varende, operationele activiteiten, maar hij was ook verantwoordelijk voor twee vliegvelden, de inzet van helikopters en maritieme verkenningsvliegtuigen. Het varen zat hem in het bloed. Dat deed hij al als kind in een kleine zeilkano. Hij vermoedt dat daardoor maar ook door de scheepsbouw die hij zag – hij woonde in Hardinxveld met veel scheepswerven in de buurt – de kiem is gelegd voor zijn interesse in de zeevaart. Co was nog aan het nadenken over zijn studie na het gymnasium toen zijn oog viel op de Avrobode, het ledenblad en de radio- en televisiegids van de gelijknamige omroep. Daarin stond een oproep voor een academische opleiding tot officier bij de Koninklijke Marine. Niet lang daarna, in 1966, trad hij aan bij het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder, waar hij de vijfjarige opleiding ging volgen. Natuurlijk eerst als adelborst, de militaire titel bij de marine waarin leerlingen aan de officiersopleiding werden aangenomen.

 

Co van der Aa - bij de marine

Een officiële foto van de Koninklijke Marine met een nog relatief jonge (42 jaar) Co van der Aa. Hij was in dat jaar commandant van fregat Hr. Ms. Witte de With. Foto: collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie.

 

Op de brug

 

Na de succesvolle afronding van zijn opleiding kwam hij op de brug. Hierop leerde hij het schip besturen, waarbij in de loop der jaren expertise volgde over oorlogsvoering en duiken – de lijst is nog met vele specialisaties aan te vullen. Hij groeide door tot commandant op grote marineschepen en zo bevoer hij vele wereldzeeën. Op vredesmissie, maar ook in oorlogsomstandigheden, zoals in de Golfoorlog in de jaren negentig waarin Irak het naastgelegen Koeweit bezette. Met zijn fregat Hr. Ms. Witte de With moest hij schepen controleren en patrouilles uitvoeren. Geen ongevaarlijke activiteiten in oorlogsgebied. “Je bent in die situatie extra op je hoede. Zeker als je bijvoorbeeld een vliegtuig op je af ziet komen, dat je niet hebt kunnen identificeren. Je hebt de verantwoordelijkheid voor je manschappen, voor het schip. Je wilt niet dat er ook maar iemand iets overkomt.”
Voor zover zijn werk dat toeliet, zocht hij zijn ontspanning in het (zee-)zeilen en in rugby. In deze laatste sport werd hij in de loop der jaren ook bestuurlijk actief.

 

Co van der Aa - als commandant bij de marine

Een Deense admiraal brengt in juni 1989 een bezoek L-fregat Hr. Ms. Witte de With en krijgt uitleg van de commandant van de Witte de With, kapitein-luitenant-ter-zee Co van der Aa (links). Foto: collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie.

 

Ingrijpende bezuinigingen

 

Zijn activiteiten op zee verruilde hij in de jaren na de Golfoorlog voor bureaufuncties. Eerst in Den Haag, daarna in Den Helder en uiteindelijk weer in de residentie. Van een rustig bestaan was geen sprake: “Met het vallen van de Berlijnse muur veranderde de situatie. De koude oorlog was voorbij. De spanning tussen het Oostblok en de westerse wereld nam af. Uiteindelijk leidde dat tot ingrijpende bezuinigingen bij Defensie en dus ook bij de marine. Je kreeg steeds minder financiële mogelijkheden en ook moesten forse bezuinigingen worden doorgevoerd, zoals de vermindering van het aantal marineschepen. Tegelijkertijd moesten we wel maximaal operationeel blijven. Dat vereiste veel inzet, veel creativiteit ook. Leuk was het niet altijd. Je kwam vaak met een negatieve boodschap. Zo moest ik op een bepaald moment ook de mensen op de marinevliegbasis Valkenburg (bij Leiden en Katwijk – red.) uitleggen dat de basis gesloten zou worden. Daar werkten toen achthonderd mensen. Gelukkig is niemand van hen op straat komen te staan. Geen enkel gedwongen ontslag.”

 

Fantastische sport

 

In 2005 ging Co met pensioen, na 39 jaar bij de marine gewerkt te hebben. Stilzitten was er niet bij. Hij werd in Den Haag politiek actief voor het CDA, vervulde verschillende bestuursfuncties als vrijwilliger, ontspande zich met zeezeilen (“fantastische sport”) en genoot van zijn woonplaats, dicht bij het Haagse strand. Zijn politieke activiteiten leverden hem ook verschillende contacten op. Eén daarvan was met het Nationaal Register, een organisatie die zeer ervaren bestuurders bemiddelt naar commissarisposten bij bedrijven en bestuursgremia van organisaties. Een van de adviseurs van dit Register maakte Co attent op een functie waarop hij ‘eigenlijk zou moeten solliciteren’: bij de Stichting railAlert. Per 1 maart 2012 trad hij daar aan als voorzitter.

 

 railbouwmachines

Co van der Aa raakte niet alleen onder de indruk van de trotse vakmensen in de railinfrabranche, maar ook van de machines waarmee het spoor en/of het ballastbed worden vernieuwd, zoals hier bij Bodegraven. Foto: Roelof Hamoen.

 

Logische constatering

 

Co voelde zich niet onmiddellijk als een vis in het water. Daarvoor waren de werelden van de spoorwegen, de bouwbedrijven en ingenieursbureaus te afwijkend van die van de marine. Toch deed Co een logische constatering: “Veiligheid stond centraal bij railAlert. Maar veiligheid stond dat ook bij de marine. Zonder dat je je daarvan bewust was stond dit al bovenaan. Want je moet er als leidinggevende altijd voor zorgen dat je mensen die voor je werken veilig zijn en blijven. Dat geldt ook voor het materieel waar je mee werkt. Ik had de veiligheid al in mijn marinegenen zitten zonder dat ik me dat echt helemaal bewust was. Het was me met de paplepel ingegoten. En wat ik al eerder zei: het waren bijzondere werelden van spoor en bouw. Met trotse vakmensen, prachtige techniek en machinerie. En het is mooi werk. Of je nu kijkt naar die enorme machines die het spoor vernieuwen of dat je ziet dat er ergens een viaduct onder het spoor wordt geschoven om een overweg te vervangen.”

 

congres railAlert 2018

Co van der Aa (rechts) tijdens het in oktober 2018 gehouden congres met 150 deelnemers waarop een van de conclusies luidde: “Je werkt veilig... of je werkt niet!” Foto: Marcel Edwards.

 

Meer aandacht voor veilig werken

 

Tezamen met wat Co “de branche” noemt is er meer aandacht gekomen voor veilig werken aan en rond het spoor. railAlert heeft ook het vertrouwen gekregen van ambtelijk en politiek Den Haag – inclusief de verschillende Inspecties – om regels uit te vaardigen en die ook te controleren. Ook het Digitale Veiligheidspaspoort is tijdens zijn voorzitterschap onder de hoede van railAlert gekomen, waarbij ProRail dit project overdroeg. Een ander wapenfeit dat railAlert onder zijn voorzitterschap heeft gerealiseerd, is de intensievere samenwerking met de stedelijke en regionale railvervoerbedrijven – als groep ‘Lokaal Spoor’ genoemd – met tram- en metronetten. Het Amsterdamse GVB, de Haagse HTM en de Rotterdamse RET en last but not least de OV-organisatie met tramlijnen in en rond Utrecht.
Een belangrijk winstpunt voor de gehele railinfrabranche is volgens de oud-voorzitter de fusie met de Stichting Arbeidsomstandigheden en Spoorwegveiligheid (SAS). “Al vanaf het begin van mijn voorzitterschap heb ik me zitten afvragen, waarom twee organisaties, de SAS en railAlert, met overlappende werkterreinen, zich met spoorwegveiligheid bezighielden.”

 

fusie SAS en railAlert

Een heuglijk moment: de fusie tussen de Stichting Arbeidsomstandigheden en Spoorwegveiligheid (SAS) en de Stichting railAlert die tijdens het voorzitterschap van Co van der Aa tot stand kwam en op 1 oktober 2018 haar beslag kreeg. Op de foto (rechts) oud-SAS-bestuursvoorzitter Eric Weerepas.
Foto: Strukton.

 

Onafhankelijke positie

 

Gevraagd naar zijn wensen voor de toekomst van railAlert: “Behoud die mooie onafhankelijke positie en probeer de vervoerders, zoals NS, Arriva en de goederenvervoerder onder één dak te krijgen. Dan zullen eensluidende veiligheidsregels gelden voor iedereen op en rond het spoor in Nederland, ongeacht of dit bij bouw of onderhoud aan of rond het spoor is, bij tram en metro en bij de exploitatie.”

Voor Co van der Aa breken nu wel enigszins rustiger tijden aan, maar hij blijft actief in tal van vrijwilligersfuncties, blijft daar uitdagingen zoeken en vooral weerbarstige problemen oplossen. Daarnaast maken hij en zijn vrouw Corry van Straten nu meer tijd vrij voor hun kinderen (zoon en dochter) en hun vijf kleinkinderen.