Samen meer dan een eeuw bij het spoor (trein)

Samen meer dan een eeuw bij het spoor (trein)

11 nov. 2021
Volgend bericht>>

Roelof Bult en John Echter – beiden pensionado’s maar nog altijd actief – zijn samen meer dan honderd jaar werkzaam in de spoorsector. Reden voor een feestelijke lunch en bloemen op het vroegere werkplaatsterrein van de NS in Amersfoort. Twee interviews over hun loopbaan en hun activiteiten bij railAlert.

 

 

door Oege Kleijne

 

- Roelof Bult, voorzitter van de Commissie Beoordelen Vakbekwaamheid Techniek

 

Lees het interview

 

 

- John Echter, directeur Railtrack Safety Consultancy, projectleider bij railAlert en gastdocent in Indonesië

 

Lees het interview

 

 

Bij de foto (boven) 

De beide ‘jubilarissen’ die samen langer bij het spoor gediend hebben dan het rijtuig uit 1926 – een oude ‘Blokkendoos’ – waarvoor ze poseren. Links John Echter die actief is als projectleider bij railAlert, rechts Roelof Bult, voorzitter van de Commissie Beoordelen Vakbekwaamheid Techniek bij de stichting.
Foto: Paula Nusse.

 

Roelof Bult, voorzitter Commissie Beoordelen Vakbekwaamheid Techniek, Stichting railAlert

 

“Weet je wat eigenlijk het allerleukste is in het werk dat ik altijd gedaan heb? Dat is de techniek waarvan de ontwikkeling niet stilstaat”, stelt Roelof Bult (67). Ook na zijn pensionering bij Strukton houdt hij zich in de functie van voorzitter Commissie Beoordelen Vakbekwaamheid Techniek bij de Stichting railAlert nog altijd bezig met technische ontwikkelingen, alleen dan toegespitst op examens, het beoordelen van (kandidaat-) examinatoren, het ontwikkelen en up-to-date houden van de examens en het afstemmen van praktijkeisen met de onderwijsgevenden. Ook hier steeds de rode draad van de ontwikkelende techniek en de actuele kennis die nodig zijn om vakbekwaam te blijven.

NS-Vakschool

 

Roelof trad begin jaren zeventig in dienst van NS of preciezer: hij ging het vak elektrotechniek leren aan de vakschool. Voordeel: leren afgewisseld met stages in het bedrijf. Resultaat: na twee jaar kwam hij te werken bij een seinwezen-ontwerpbureau (toen nog onderdeel van NS). Maar zijn standplaats Utrecht was de Fries niet op het lijf geschreven. Toen hij en zijn aanstaande echtgenote langzamerhand huwelijksplannen begonnen te maken, ontstond de wens terug te keren naar het noorden.
Hij solliciteerde en werd aangenomen bij de net opgerichte afdeling telecommunicatie die aan de vooravond stond van grote nieuwe ontwikkelingen. Voorbeelden? “De machinistentelefoon (later Telerail – red.), het op afstand kunnen uitschakelen van secties van de bovenleiding en het verder verbeteren van het eigen telefoonnet van NS plus het omvormen van een telefoonsysteem naar een echt communicatienetwerk”, legt Roelof uit.

Omwenteling

 

De computer deed in die jaren zijn intrede en gaandeweg werden de netwerken vooral gebruikt voor het transport van data. “Dat betekende een totale omwenteling, want NS werkte aanvankelijk nog met elektrische schrijfmachines met een ponsband waardoor je gegevens van het ene station naar het andere kon verzenden, zoals informatie in vrachtbrieven over de lading van de goederenwagens, hun bestemming etc. Ouderen kennen nog de telex. NS had daarvoor het eigen systeem, de Selex”, weet Roelof nog.

Nieuwste technieken onder de knie krijgen

 

Het leren werken met en repareren van die nieuwe systemen vormde voor hem de grote uitdaging. Waar anderen moeite hadden die ontwikkelingen onder de knie te krijgen, zag hij de grote voordelen en hij had er plezier in die ontwikkelingen technisch te doorgronden. En dat tot in het detail.
Begin jaren negentig werd hij bedrijfsleider bij de afdeling Telecom. NS stond toen aan de vooravond van de splitsing van de verschillende bedrijfsonderdelen, waarbij de infrastructuur naar het latere ProRail zou gaan, onderhoudswerkzaamheden werden uitbesteed aan commerciële aannemingsbedrijven en ook de exploitatie van het spoor – het rijden van treinen – ging over naar particuliere bedrijven. Binnen die veranderende omstandigheden moest ook Roelof Bult zijn weg vinden. Hoewel hij steeds meer leidinggevende opdrachten in zijn werk kreeg, bleef hij de techniekman. Zijn uitstapje naar het in oprichting zijnde Railinfrabeheer (later ProRail) beviel hem maar ten dele. Al snel keerde hij terug naar het Railbedrijf waar hij als hoofduitvoerder seinwezen aan de slag ging.

 

Contractmanager

 

De latere privatisering van die activiteiten bracht hem bij Strukton. Geen bewuste, maar wel een logische keuze. Hij woonde immers al in het noorden en Strukton moest het onderhoud van de noordelijke lijnen uitvoeren. Daar werd hij uiteindelijk contractmanager (combinatie van bedrijfsleider en accountmanager), een functie die hem op het lijf geschreven bleek. Het ging hier om de aanbesteding van projecten zowel op het gebied van onderhoud als bouw. Hij moest onder meer deze aanbestedingen begeleiden en voor Strukton opdrachten proberen binnenhalen. Hij voelde zich als een vis in het water: hij mocht leiding geven en zijn kennis van de energievoorziening, seinwezen en telecommunicatie kwamen in dit werk samen. Nieuwe ontwikkelingen, zoals de komst van camerasystemen op perrons en op andere spoorse plekken, het overzetten van de datalijnen naar het veel snellere glasvezelnet, maakten allemaal deel uit van de nieuwste ontwikkelingen in de laatste tien jaar bij Strukton.

Finetunen

Op zijn 64ste ging hij met pensioen. Maar stilzitten was er niet bij. Hij was al actief bij railAlert als lid van de Commissie Beoordelen Vakbekwaamheid, maar kon er nu meer tijd voor vrijmaken. “In het begin was het nogal houtje-touwtje, een klachten- en bezwarencommissie, maar gaandeweg kwam er meer aandacht voor de inhoud van de examens. Soms waren de exameneisen te zwaar, soms te licht, soms was de lesstof niet meer actueel. We moesten gaan finetunen, onder andere komen met verbetervoorstellen naar de Werkkamer Persoonscertificering, en je zag dat de resultaten steeds beter werden”, legt hij uit. Dit werk is in de ogen van Roelof ‘nooit af’. “Dat is het leuke van de techniek. Die blijft zich maar ontwikkelen, dus moeten ook zaken als lesstof, examens en examinatoren mee veranderen.”

 

Rode Kruis


Roelof is daarnaast actief binnen het Nederlandse Rode Kruis. Al 44 jaar. Ooit ontstaan uit een cursus EHBO die hij vanuit NS moest volgen. Dat kon bij hem in de buurt alleen bij het Rode Kruis en sinds dat moment is hij daar werkzaam als vrijwilliger. In wisselende functies en de laatste tijd vooral op leidinggevende posities. Zo hielp hij bij het opzetten van de organisatie van priklocaties waar Rode-Kruis-vrijwilligers mensen opvangen, direct nadat ze gevaccineerd zijn.

“Hoelang ik dit werk bij railAlert nog wil doen? Geen idee. Maar één ding is wel zeker. Ik wil niet in de positie terechtkomen dat er wordt gezegd: Oh, daar heb je die ouwe man weer met zijn verhalen. Dan ben ik weg”, stelt Roelof met licht spottende ondertoon.

 

John Echter – directeur Railtrack Safety Consultancy, projectleider bij railAlert en gastdocent in Indonesië

 

Ook John Echter (jaargang 1955) begon zo’n vijftig jaar geleden bij de NS. Al tijdens zijn laatste jaar op de Lagere Technische School kreeg hij uitnodigingen voor bedrijfsbezoeken. Het doel daarvan: de leerlingen laten kennismaken met het bedrijf en hen over te halen alvast voor een loopbaan bij zo’n onderneming te kiezen. “Een van die bedrijfsbezoeken was bij de NS-vakscholen. De toenmalige chef benadrukte de voordelen van het werken bij NS: tijdens je opleiding werd je doorbetaald en je kon gratis met de trein reizen. Ook naar Marokko. Dat laatste gaf voor mij de doorslag. Ik koos voor NS, kreeg inderdaad vrij reizen, maar ben nog nooit in Marokko geweest”, lacht John Echter.

 

John leerde het vak van monteur seinwezen. “Alles wat met de veilige werking van het spoor te maken had, deden wij. Maar voordat je zelfstandig mocht werken, moest je alles in de praktijk leren. In het begin mocht je alleen de tas van de hoofdmonteur dragen.”

 

Storingsdienst

 

Al snel haalde John zijn VEV-diploma tweede monteur. In 1973 kwam hij als aspirant-monteur bij Seinwezen. Daarna ging het gestaag hoger in de hiërarchie. Vanaf 1980 werkte hij in de storingsdienst. Niet lang daarna werd hij hoofdmonteur in het rayon Arnhem. Belangrijk in de verdere loopbaan was dat John actief openstond voor nieuwe ontwikkelingen. Die boeiden hem. Die positieve instelling kwam hem goed van pas bij de modernisering van de beveiliging in de Achterhoek.

 

Detectieproblemen “Buffels”

 

Medio jaren negentig stootte NS in het kader van de privatisering de onderhoudswerkzaamheden af. John kwam in dienst bij Volker Stevin. Want dit bedrijf kreeg het gebied waarin John werkzaam was. In die jaren mocht John zijn borst natmaken. De toen spiksplinternieuwe dieseltreinstellen – “Buffels” genaamd – hadden één nare eigenschap: ze detecteerden slecht. Overwegen gingen niet altijd dicht, treinen verdwenen van het beeldscherm. De technische oplossingen voor dat probleem leverden aanvankelijk veel kinderziekten op, maar gaandeweg kregen John en zijn medewerkers die onder de knie en bedachten praktische oplossingen. Dat viel ook anderen op en John kreeg aanbiedingen om elders te komen werken. Volker wist hem echter te behouden en hij kreeg de functie medewerker speciale projecten. Hij moest daarin onder meer offertes maken om in het kader van de aanbestedingen onderhoudscontracten te verwerven voor Volker Stevin. Ervaring op dat gebied had hij niet en hulp was niet beschikbaar. Toch bracht hij het er naar eigen zeggen goed van af.

 

Onderhoudsconcepten

 

Hij wisselde daarna enkele keren van werkgever. Tot hij uiteindelijk bij Strukton Rail terechtkwam. Daar ontwikkelde hij onderhoudsconcepten seinwezen voor het hele land. Zijn praktijkervaring kwam hem hierbij goed van pas. In 2016 maakte hij gebruik van de mogelijkheid vervroegd met pensioen te gaan. “Maar ik vond mezelf veel te jong om achter de geraniums te gaan zitten.” Nu gaf hij als gastdocent al les en had hij ook al contact met railAlert. “Daar zochten ze een examinator en iemand die op projectbasis vakbekwaamheidseisen in het vakgebied van het seinwezen kon opstellen, in samenwerking met anderen exameneisen kon formuleren en dat alles omzetten naar certificeringsschema’s. “Een de leukste projecten was het maken van een certificeringsschema voor de Scheidt- & Bachmann-overwegen, een toen heel nieuwe ontwikkeling. Tezamen met de fabrikant, ProRail, leraren van Railcenter en anderen moest je helemaal van begin af aan zo’n schema opstellen, er moest lesmateriaal ontwikkeld worden, examens opgesteld. Een hele klus die veel voldoening gaf, ook al omdat de samenwerking zo vlot verliep tussen de partijen”, herinnert John zich.

 

Indonesië - gastdocent

 

Naast zijn projectleiderschap bij railAlert is hij actief in Indonesië, het geboorteland van zijn ouders. Hij houdt daar lezingen op universiteiten en hoge scholen over de technische kant van het spoor.
Deze combinatie van werkzaamheden bevalt John zo goed dat hij er niet aan denkt daarmee op te houden.